Repatriëring betekent in wezen dat de gelden daadwerkelijk terugkeren, zodat de boeken van de betrokken partijen in overeenstemming zijn met het economische doel van de primaire correctie. De OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen (paragraaf 4.73) beschrijven een aantal manieren waarop repatriëring kan gebeuren. Ook het OESO-handboek over doeltreffende onderlingoverlegprocedures[6] bevat richtsnoeren inzake repatriëring. In de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen (paragraaf 4.76) wordt aanbevolen om repatriëring aan de orde te stellen tijdens een onderlingoverlegprocedure, als deze is ingeleid voor de desbetreffende primaire correctie. De afspraken die door de bevoegde autoriteiten in het kader van een onderlingoverlegprocedure worden gemaakt in verband met een verrekenprijscorrectie, gelden specifiek voor de regeling in kwestie tussen die autoriteiten. Nadat de bevoegde autoriteiten overeenkomst hebben bereikt over de kwalificatie van de denkbeeldige transactie, moeten in het kader van de onderlingoverlegprocedure ook de volgende twee punten worden onderzocht:
· ziet de belastingautoriteit die de secundaire correctie heeft aangebracht, af van bronbelasting of maakt de andere belastingautoriteit de daaruit voortvloeiende dubbele belasting ongedaan, en
· indien repatriëring als mogelijkheid wordt overwogen, op welke wijze zal deze worden uitgevoerd en hoe wordt gegarandeerd dat er geen verdere fiscale lasten ontstaan die op hun beurt tot dubbele heffing kunnen leiden?
In het OESO-handboek wordt aangegeven dat een overeenkomst over repatriëring ook in een vroeger stadium kan worden bereikt, bijvoorbeeld tijdens een controle (zie deel 4.3).